Jeugdzorg faalde bij broers Terwolde

Met signalen dat de jongens niet veilig waren is niets gedaan, schrijft de Inspectie Jeugdzorg in een rapport.De twee jongens van 7 en 10 uit Spijkenisse werden in een vakantiehuisje om het leven gebracht. Hun moeder van 41 wordt gezien als verdachte. De hulpverlening aan het gezin verliep planmatig en gezinsgericht, concludeert de Inspectie. De twee betrokken instanties, Stek Jeugdhulp en Bureau Jeugdzorg Rotterdam (BJR), werkten voldoende samen.

Signalen genegeerd Toch heeft de veiligheid van de kinderen “onvoldoende op de voorgrond gestaan”. Meerdere signalen dat de kinderen niet veilig waren zijn genegeerd. Zo gaf de vader van de kinderen bij jeugdzorg aan dat hij bang was dat de moeder de opvoeding niet aankon. Ook de moeder zelf vertelde de instanties dat ze overbelast was. De gezinsbegeleider bouwde een erg intensieve relatie met de gezinsleden op, waardoor zij “onvoldoende afstand” tot hen kon houden. De begeleider werd bovendien onvoldoende begeleid vanuit Stek Jeugdhulp.