Blauwtonginfecties vastgesteld in de buurt van Salland

Twee weken geleden werd bekend dat, voor het eerst sinds 2009, de virusziekte blauwtong is vastgesteld op vier schapenbedrijven in Midden Nederland. Al snel werd de vraag gesteld of het virus op andere plekken zou opduiken. Dat is inmiddels het geval. Ook in de buurt van Salland.

Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Piet Adema heeft laten weten dat er inmiddels 44 gevallen van blauwtong zijn bevestigd, waarvan 30 bedrijven met schapen en 14 bedrijven met rundvee. Deze bevestigingen zijn niet alleen afkomstig van houderijen in de buurt van het gebied waar de eerste besmettingen werden vastgesteld. Ook ver daarbuiten worden gevallen bevestigd.

Besmetting dichtbij Salland
Volgens Adema lijkt het erop dat we te maken hebben met twee verspreidingssituaties. De eerste is lokale verspreiding als een olievlek rondom een initiële besmetting. De tweede is verspreiding over een grote afstand naar nieuwe gebieden waarna daar lokale verspreiding optreedt. Naast Hillegom, Hulshorst, Almere en Zeewolde is Wapenveld nu één van de regio’s buiten het eerste detectiegebied waar sprake is van blauwtonginfecties.

Verspreiding over heel Nederland
Er is een reële kans, en volgens Adema een harde realiteit, dat heel Nederland al voor de winter besmet is. De weersomstandigheden voor de knut, een soort mug dat het virus overbrengt op onder andere schapen, lijken nu namelijk gunstiger dan tijdens de epidemie in 2006. Dit komt door de doorgaans mildere winters, waardoor circulatie van het virus via de knutten grotere kans heeft om de winterperiode te overbruggen. De kans is reëel dat er na de winter besmettingen worden aangetoond door overleving in de knutten.

Maatregelen
Rondom de opvolging en afhandeling van verdenkingen, vinden nu twee maatregelen plaats. Ten eerste is besloten om per direct de bestaande blokkades van besmette bedrijven op te heffen en nieuw besmette bedrijven geen blokkade meer op te leggen. De blokkades zijn alleen zinvol in een situatie waarin onduidelijk is in welke mate verspreiding al is opgetreden en aantoonbaar bijdraagt aan het voorkomen van verspreiding. Ten tweede zal de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) op korte termijn niet alle meldingen van verdenkingen meer actief bezoeken om monsters te nemen. Het blijft overigens wel belangrijk om zich te houden op de aanwezigheid van het virus en dat verdenkingen bij de NVWA gemeld blijven worden.